Het wordt niet vanzelf gezellig: 5 opvoedtips voor minder strijd met je kind
Meerdere keren per week spreek ik ouders die worstelen met de opvoeding. De meeste ouders hebben ongeveer hetzelfde doel: een gezellig gezin waarin de kinderen veilig kunnen opgroeien tot gelukkige jongvolwassenen. Maar vaak gaat dit niet vanzelf. Een veelgehoorde opmerking is ‘mijn kind luistert gewoon niet’ of ‘hij/zij zegt ja, maar doet nee’. Daarom geef ik je in dit blog 5 opvoedtips voor minder strijd met je kind.
Je hebt al van alles geprobeerd: straffen, belonen, ongewenst gedrag negeren, boos worden, rustig blijven en nog veel meer. De kans ontstaat dat jij en je partner niet (meer) op een lijn zitten over de aanpak. Dit kan leiden tot veel strijd in huis. En van al die strijd wordt het niet gezelliger. Als je de moeite neemt om dit blog met 5 opvoedtips voor minder strijd met je kind te lezen, herken je dit waarschijnlijk. Zoals gezegd, komt dit in veel gezinnen voor. En wat zo jammer is, is dat elke ouder zelf moet uitproberen wat wèl en niet werkt. We proberen dus allemaal hetzelfde wiel uit te vinden. Hoe zou het zijn als je je kind zo zou kunnen aanspreken dat hij (of zij!) wèl luistert in plaats van de strijd aangaat?
Als wat je doet niet werkt, probeer dan iets anders!
Als ouders doe je je best om je kind zo goed mogelijk op te voeden. Soms gaat dat – gelukkig – heel goed en soms zit je met de handen in het haar. Het gekke is dat we als iets niet werkt, van nature geneigd zijn om meer van het ineffectieve gedrag te laten zien. We gaan ons gedrag herhalen, harder praten, meer woorden gebruiken etc. Eigenlijk is de vuistregel heel simpel: Als wat je doet niet werkt, probeer dan iets anders! De grote vraag is natuurlijk: hoe dan?
5 gouden opvoedtips voor minder strijd in huis:
1. Houd het luchtig en speels
Pak de dagelijkse dingen eens heel anders aan. Vaak ontstaat er dagelijks strijd over dezelfde basisactiviteiten: aankleden, de tafel dekken, spullen opruimen. Het gevaar bestaat dat je om strijd te vermijden de taken van je kind zelf gaat uitvoeren: dat gaat sneller en zonder strijd. Dit is een begrijpelijke gedachte. Helaas leert niemand hier iets van en krijg je zelf alleen maar meer taken. Als je een verandering wilt bewerkstelligen, kun je gebruik maken van een verrassingseffect.
Houd eens een wedstrijdje wie het eerste is aangekleed, of wie het snelst kan douchen. Houd je niet van het competitie-element of is onderlinge concurrentie juist lastig in jullie gezin, dan kan je het anders aanpakken. Vraag bijvoorbeeld van je kind om precies 2 minuten te douchen of om precies 3 minuten te doen over een boterham opeten of de tafel dekken. Om het – afhankelijk van de leeftijd van je kind – iets moeilijker te maken kun je ervoor zorgen dat er geen klok in de buurt is. Of zet een muziekje op en probeer iets af te maken voordat het liedje is afgelopen. Doe zelf gerust mee!
2. Choose your battles
Gedurende de dag gaat er van alles anders dan jij het had bedacht of op een andere manier dan dat jij het zelf zou doen. Maak je niet overal druk om en zit niet overal bovenop. Bepaal samen met je partner wat jullie echt belangrijk vinden en ga daar op je strepen staan. Als een van jullie speerpunten is dat je kind met de mond dicht eet, ga het dan niet tegelijkertijd aanspreken op dat het stil moet zitten. Of als je het belangrijk vindt dat je kind de eigen kamer opruimt, spreek het dan niet aan op het t-shirt dat nog in de badkamer ligt terwijl je net de opgeruimde slaapkamer hebt bewonderd. Als je wilt dat je kind de schooltas en de jas opruimt als het thuis komt, begin dan niet over het ontbijtbordje dat is blijven staan. Zo zijn er nog legio voorbeelden te bedenken…
Zorg ervoor dat je een paar ‘battles’ hebt, een paar punten die je echt belangrijk vindt. Als deze thema’s getackeld zijn, is er ruimte voor nieuwe ontwikkelpunten. Als je met een waslijst aan dingen komt die je kind tegelijkertijd moet leren, kan de indruk ontstaan dat je kind niets goed doet en zal het de motivatie verliezen.
Heel belangrijk is om te laten merken dat je ziet wat er goed gaat.
Als ouders vinden we het vaak normaal dat het goed gaat, terwijl we wel klaar staan om commentaar te leveren zodra iets niet volgens afspraak verloopt. Herkenbaar?! Geef dus gerust eens een compliment: ‘je hebt je schoenen en je tas opgeruimd, fijn.’ Je zult versteld staan van het effect hiervan.
3. Betrek het gedrag van je kind niet op jezelf
In de hitte van de strijd zeggen kinderen soms hele onaardige dingen tegen hun ouders. Als je al moe bent van alle strijd en je vertrouwen in je ‘ouderkwaliteiten’ al op een dieptepunt is, ben je kwetsbaar. Kinderen zijn er heel goed in om – onbewust – de vinger op jouw eigen onzekerheden en irritaties te leggen. Een deel van jouw ergernis gaat dan niet over je kind, maar over jouzelf en wat voor jou persoonlijk lastig is. Dit komt vaak voort uit wat je zelf hebt meegemaakt. Dat is volkomen normaal en menselijk. Als je hier regelmatig last van hebt, heb je er baat bij om hier iets aan te doen.
Als je lelijke uitspraken als ‘stomme mama’ (en erger) op jezelf gaat betrekken, wordt het pijnlijk. Doe dit niet, want het is niet nodig en het helpt nergens voor. Je kind is boos omdat het niet gaat zoals gehoopt en slaat verbaal om zich heen. Het heeft nog geen andere vaardigheden tot zijn beschikking op dit – verhitte – moment. Je kind doet dit niet om jou te kwetsen. Als je je dit realiseert, zal het je makkelijker lukken om zelf rustig te blijven en het boze gedrag bij te sturen.
4. Ga naast je kind staan in plaats van er tegenover
Ouders willen hun kinderen graag helpen en steken hier veel energie in. Toch pakt dit vaak net verkeerd uit. Het lastige is dat ouders het op deze momenten juist heel goed bedoelen. Ze willen helpen en/of duidelijk zijn. Dit leidt meestal tot het niet erkennen van het gevoel van je kind, wat leidt tot boosheid.
Vaak gaat het om goedbedoelde adviezen waar je kind niets aan heeft:
– omdat het ze niet kan/durft uit te voeren
– omdat het zich niet gehoord voelt in wat hij zegt
Denk bijvoorbeeld aan ‘daar hoef je helemaal niet bang voor te zijn’ of ‘dat is toch helemaal niet zo erg, je kunt toch gewoon dit of dat doen in zo’n situatie’. Je kind is wel bang of vindt het wel erg. Door deze reactie staat je kind alleen in zijn angst of tegenslag. Vaak geven we dan ook nog een advies dat je kind niet wil of niet durft uit te voeren, bijvoorbeeld ‘gewoon terugslaan’ of ‘gewoon tegen de ander zeggen dat …’ Na dit goedbedoelde advies heeft je kind eigenlijk twee problemen: het kind van wie hij last heeft en een opdracht van zijn ouder die hij niet kan uitvoeren. Vaak komt deze reactie voort uit onze eigen onmacht en emotie of doordat we zelf geen andere manier kunnen bedenken om te reageren.
Effectiever is het om naast je kind te gaan staan en bijvoorbeeld bij een enge spin te zeggen: ‘hij is wel heel groot/harig/dichtbij hè… Wat zullen we met de spin doen?’ Zo kun je samen oplossingen bedenken (en die kan je kind waarschijnlijk wel zelf uitvoeren).
Je kind heeft er meer aan als je naar hem luistert, hem erkent in zijn gevoel en samen naar een oplossing zoekt. Bijvoorbeeld door aan te geven dat je snapt dat dit heel verdrietig voor hem is en vervolgens samen te kijken hoe je kind kan handelen als dit weer gebeurt. Vergeet niet te checken of dit voor je kind een oplossing is die hij zelf kan en durft uit te voeren.
5. Wees duidelijk, consequent en respectvol
Van alle genoemde tips, is dit voor de meeste mensen veruit de moeilijkste. We weten namelijk allemaal dat we duidelijk, consequent en respectvol moeten zijn naar onze kinderen. Sterker nog, de meeste ouders willen dit ook graag. Lastig hierbij is dat ouders ook gewoon mensen zijn. En die mensen zijn ook weleens druk, moe, chagrijnig of met hun eigen dingen bezig… Herkenbaar?
Los daarvan hebben we als ouders ook te maken met onze eigen karakters en communicatiestijlen. En deze karakters en manieren van communiceren roepen – uiteraard – weer een reactie op.
Toch is het belangrijk om ondanks je gemoedsgesteldheid duidelijk en consequent te zijn. Zo zijn de regels in huis elke dag hetzelfde en weet je kind waar het aan toe is. Dat geeft veiligheid en structuur. En daar zijn kinderen bij gebaat. Zo weten ze namelijk zelf of ze gewenst gedrag laten zien of dat ze zich niet aan de regels houden. In het laatste geval zal het voor hen dan geen verrassing zijn dat ze hierop worden aangesproken.
Nu hoor ik je bijna vragen, ‘maar mag ik dan nooit meer van mijn eigen regels afwijken?’ Natuurlijk wel. Wel is het dan belangrijk om erbij te zeggen dat het een uitzondering betreft.
Duidelijk en consequent is niet hetzelfde als onvriendelijk en onaardig zijn
En last but not least, duidelijk en consequent zijn is niet hetzelfde als onvriendelijk en onaardig zijn… Dit kan prima op een respect- en liefdevolle manier.
En nu?
Je hebt de moeite genomen om dit blog met 5 opvoedtips voor minder strijd met je kind helemaal te lezen. Dat betekent waarschijnlijk dat dit blog nuttig voor je is. Het kan zijn dat je nu denkt: ‘goed verhaal maar die voorbeelden van jou zijn wel heel erg makkelijk, bij mij thuis gaat het heel anders’. Die reactie snap ik. Als je over jouw situatie van gedachten wilt wisselen of tips wilt voor jouw gezin, dan ben je van harte welkom om een sessie ouderbegeleiding te plannen. Meer over ouderbegeleiding lees je hier
Sowieso vind ik het leuk als je me laat weten welke inzichten deze 5 opvoedtips voor minder strijd met je kind je heeft gebracht. Wat wordt jouw eerste stap?